Federatie Horeca Brussel Nieuws Horeca Federatie Be - Trend Uit het dal na de crisis
Horeca Federatie

Be - Trend Uit het dal na de crisis

Hotels, restaurants en cafés in de Hoofdstad zullen moeite hebben om het weer vol te houden. Er worden verschillende strategieën geïmplementeerd om hieraan tegemoet te komen. Een aantal spelers die de impact rechtstreeks voelden, vertellen over hun ervaring.

Interview Vanille Dujardin

Barbara Trachte: "Doelstelling is dat de horeca overleeft".

Als Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek, heeft Barbara Trachte meerdere pijlen op haar boog.

Be Horeca: Welke steunmaatregelen heeft u genomen voor de horecasector?

Barbara TrachteBij deze pandemie was het vanuit economisch oogpunt moeilijk om te anticiperen op beslissingen, maar ondanks alles werd er zoveel mogelijk steun toegekend. De hoofdmoot kwam van de federale regering, met bijvoorbeeld de tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht. Van onze kant hebben we geprobeerd die maatregelen aan te vullen door bedrijven, cafés, hotels, restaurants, organisatoren van evenementen, enzovoort te helpen om het hoofd te bieden aan hun vaste kosten. Los daarvan was het belangrijk dat deze steun snel uitbetaald werd. Er was een nieuwe eerste nodig, maar die zal de komende dagen beschikbaar zijn.

Be-H: Wat is de relatie tussen Brussel-West en de Federatie?

B.T.: We hebben al contact met de federatie en met de belanghebbenden in de sector. Ik wil echter profiteren van deze crisis, omdat we deze contacten en dit soort werk kunnen gebruiken voor andere activiteiten. In Brussel is de horeca met 7.000 bedrijven en 35.000 werknemers een belangrijk onderdeel van de reële economie. Dat is ook één van de redenen waarom toeristen Brussel bezoeken en het is van essentieel belang voor het imago van onze hoofdstad. Dit is waar de horeca tot zijn recht komt.

"Sinds het begin van de pandemie bestond mijn werk hoofdzakelijk uit prioritaire steun aan de Brusselse economie, om het hoofd te bieden aan de beperkingen die voortvloeien uit de gezondheidsmaatregelen en de gevolgen van de pandemie te beheren".

Serge Litvine : "We konden tijdens deze periode rekenen op de hulp van de Brusselse Horecafederatie".

Serge Litvine, CEO van verschillende restaurants in de hoofdstad, waaronder de Villa Lorraine.

Be-Horeca: Hoe heeft u de lockdownperiodes ervaren?

Serge LitvineDat viel allemaal nog mee, maar de toekomst van de horeca blijft onduidelijk. We hebben de Villa gerenoveerd en we maken gebruik van een aantal cateraars. Mijn grootste plezier was het personeel. Sommige mensen hadden een burn-out, terwijl anderen ander werk te doen hadden. Het is niet altijd makkelijk om voor mensen te zorgen. De Brusselse ziekenhuisvereniging heeft hier de afgelopen periode aan gewerkt, maar het rentmeesterschap was niet in alle regio's hetzelfde, vooral met betrekking tot Vlaanderen. Daardoor moesten ze meer rentmeesterschap op zich nemen en de maatregelen waren ook ruimer dan in Brussel. 

Be-H: En hoe ziet u de toekomst van de horeca?

S.L.Die blijft onzeker. Er is een natuurlijke selectie nodig en de toegang tot het vak zou meer te maken moeten hebben met bedrijfsbeheer. De restaurants die zowel kwaliteit bieden als aandacht besteden aan de inrichting en de sfeer, zullen blijven bestaan, de rest zal het almaar moeilijker krijgen. 

"Eén van de oplossingen om opnieuw kandidaten aan te trekken voor de horeca, zou erin bestaan de sociale lasten te verminderen om zo de lonen te kunnen verhogen."

"De Federatie wil restauranthouders helpen door ze te verenigen, want kleine initiatieven zijn niet efficiënt genoeg".

Vijftien jaar geleden opende Philippe Wiener het eerste Meet Meat restaurant in de Europese wijk.

Be-Horeca: Hoe heeft uw restaurant corona overleefd?

Philippe Wiener: Als ik de deuren van mijn zaak open wil houden, zal ik de crisis goed in de gaten moeten houden. De restauranteigenaren zien de sluiting als een echt probleem. Over het dak hoef je je geen zorgen te maken, want dat is heel moeilijk te zien. Er is ook veel bezorgdheid over de toekomst. Onze eerste prioriteit is dat we alles wat we doen goed in de gaten houden.

Be-H: Denkt u dat de sector niet gerespecteerd wordt?

P.W.Dat denk ik inderdaad en het is onterecht, want het is een vak dat zichzelf voortdurend in vraag stelt en zeer snel evolueert. Ik kan commercieel zijn, over management, over creativiteit op de werkvloer en over vele andere vaardigheden die nodig zijn om een restaurant te runnen en te bedienen. Ik zie veel andere sectoren die zo flexibel zijn en kunnen evolueren.

Be-H: Je werkt nu al bijna twee jaar voor de Brusselse Horecafederatie. Wat is je favoriete functie?

P.W.: Ik kijk naar de informatie van het land naar de andere regio's om uit te zoeken wat we kunnen doen om de restauranteigenaren te helpen. Er zijn daar veel problemen en samen kunnen we ze helpen. We moeten stoppen met commentaar geven op de situatie. De Federatie heeft nieuwe spelers, nieuwe lichten. Als zij je meer kunnen vertellen, kunnen zij je ook meer vertellen. Daarom is het essentieel dat we met elkaar praten en samenwerken.

Lorenzo Serra: "Het is moeilijk voor onze sector om te aanvaarden dat hij als niet-essentieel beschouwd wordt."

Lorenzo Serra is ook een van de belangrijkste spelers op de nieuwe markt. Hij nam het initiatief voor de oprichting van de Federatie die professionals uit het nachtleven vertegenwoordigt.

Eind 2018 werd in Brussel het project van een 'Nachtraad' boven de doopvont gehouden. Visit Brussels organiseerde verschillende rondetafelgesprekken. "Ik werd gevraagd als coördinator van het evenement, samen met een breed scala aan professionals - clubleden en autoliefhebbers. Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat het nachtleven behoefte had aan vertegenwoordiging, omdat noch de promotoren, noch de overheidsexperts uit de sector hadden om mee te werken. Een jaar later, in 2019, sluit ik me aan bij de Federatie van Professionals in deze nieuwe onderneming, die veel werk met zich mee zal brengen. We moeten het project definiëren, de missies van de Federatie definiëren en haar financiële kracht verzekeren. We kijken uit naar een jaar waarin we deze uitdagingen aankunnen, maar we moeten de raderen draaiende houden en we moeten puur ongestructureerd, ongestructureerd, ongestructureerd, ongestructureerd, ongestructureerd en ongestructureerd zijn, zodat de sector geholpen kan worden. Onze topprioriteit was om de clubs weer bij elkaar te krijgen, het protocol te gebruiken en te werken aan het opstarten van de sector. Financieel gezien was de coronaperiode een helling voor de spelers in het nachtleven. De clubs mogen niet het voortouw nemen, maar dat zullen ze vast wel doen. De overheid had spelers bijvoorbeeld steun kunnen verlenen op basis van hun vaste kosten, minder uitkeren aan diegenen die het minder hard nodig hadden en meer aan de rest. Dit is echter geen essentieel onderdeel van de wereld van vandaag en het is geen goede zaak voor onze sector. Door de toenemende ontmanteling van ons land is de neiging ontstaan om elkaar met de vinger te wijzen en de verantwoordelijkheid door te schuiven; de steunmaatregelen verschillen per gewest. We werken ook samen met de Horecafederatie om de sector te helpen promoten.

"Door de coronacrisis werden we voor het eerst gedwongen om te stoppen met werken en werd de Federatie de enige manier om ons te laten horen".

Na meer dan tien jaar in het bedrijfsleven opende Jean-Luc Collin zijn nieuwe restaurant, Brasserie de la Woluwe, in juli 2020, tijdens de eerste lockdown. Sindsdien is hij ook als bestuurder betrokken bij de Brusselse Horecafederatie. 

Be-Horeca: Tijdens de crisis werd een BTW-verlaging op voedingswaren toegekend. Waar staan we nu?

Jean-Luc CollinSinds we opnieuw open zijn, winnen we ongeveer 11% BTW. Ik zie dat dit een goede stimulans is. Er is ma mais één enkel probleem: de maatregel komt enkel restaurants ten goede die genoeg te doen hebben. Ik vind dat de btw en de arbeidsomstandigheden in het algemeen geregeld moeten worden. Ik vind het heel moeilijk te geloven dat we producten kunnen verkopen voor 6% BTW en ze kunnen verkopen voor 21%. De Staat kijkt nog steeds naar de restauranthouders zoals veertig jaar geleden en behandelt hen ze nog altijd met een dubbele boekhouding werken. De situatie is echter heel anders. Restaurants die hun producten niet verkopen, doen dat omdat ze te veel moeten betalen en dat is absurd. De staat is verplicht om ons een dienst te verlenen zonder de prijzen te moeten betalen en zou dit ook voor zichzelf moeten doen.

BE-H: Wat motiveerde u om, bovenop het beheer van uw etablissement, de functie van bestuurder bij de Brusselse Horecafederatie te aanvaarden?

J-L.C.: Door de coronacrisis werden we voor het eerst gedwongen om te stoppen met werken en werd de Federatie de enige manier om ons te laten horen. Na 32 jaar in de horeca kan ik je vast vertellen dat we veel zaken hebben gedaan in Brussel. Het is een praktische baan die je steeds weer kunt oppakken.

Op 14 januari opende Jean-Louis Hennart zijn eerste jeugdclub in een prestigieuze school in zijn geboortestad. Daarna volgden een café in Leuven, het café van de Hallen in Schaarbeek, een café-concert in Tubeke en de Interférence op de Grote Markt. In 1985 werden Jean-Louis en zijn vrouw Nathalie de eerste Aartshertog.

Be-Horeca. Hoe heeft u de crisis ervaren?

J-L. Hennart: Ze kwam als een mokerslag voor alle uitbaters. Ik heb een heel sterk team dat altijd klaarstaat om te helpen, ook al heb ik geen werk te doen. De crisis heeft me doen inzien dat de horeca een bron van hoop en vertrouwen is voor de mensen die erin werken.

B-H: Is de passie er nog steeds?

J-L.H.: Absoluut. Ik hou van mensen, dus het is echt een plezier om met ze te kunnen praten en ze te helpen. Omdat ik mijn werk met veel passiviteit doe, kijk ik graag naar de activiteiten in mijn vestiging. Samen met mijn team vormen we een familie, wat mij de kans geeft om een goed en nauw contact met de kinderen te onderhouden.

B-H: Van Jacques Brel tot Lady Gaga: L'Archiduc mag een scala van sterren tot haar bezoekers rekenen. Wat betekent dit?

J-L.H.: Vanwege de bijzondere charme die de plek uitstraalt. Ze lijkt een beetje op een minitheater en de akoestiek is erg goed. Er staat een piano in de vrijlopende gang en we luisteren naar een breed scala aan muziek op de dansvloer. Bovendien heeft een eenpersoonsslaapkamer op de tussenverdieping met uitzicht op de entree.

"We moeten de 'sparkle in the eye' terugbrengen door de verrijkende kant van de baan te tonen."

Claudia Venturini en Marion Flipse werken al meer dan 30 jaar in de hotelsector. Op 6 september opende ze het Juliana Hotel Brussels op het Martelaarsplein, het eerste nieuwe hotel in de stad.

Claudia is verantwoordelijk voor het management, terwijl Marion verantwoordelijk is voor de marketing en PR voor de ontwikkeling van het hotel. "Het is altijd een ongelooflijk genoegen om een nieuw hotel te positioneren. We hebben een team laten samenstellen voor de lancering van het Juliana Hotel Brussel en we zijn erg blij met het resultaat", zegt Marion. 

Be-Horeca: Het Juliana Hotel Brussels opent zijn deuren in volle kronaperiode. Hoe verloopt die opening?

Claudia Venturini: De eerste paar weken na de opening van het hotel waren erg moeilijk. We hadden ook een soft launch tijdens het Dinner in the Sky-evenement in juni; dit was een geweldige manier voor ons om onze aanwezigheid op de Brusselse markt te laten voelen en we waren erg blij met de reacties. Sinds we in september vorigen jaar officieel open zijn, verwelkomden we al een zeer uiteenlopend publiek van gasten op zoek naar een nieuwe plek in het centrum van Brussel, naar een uniek hotel dat zich onderscheidt van de rest, onder andere door zijn exclusieve diensten, zoals ons overdekt zwembad. De bezettingsgraad heeft ons in staat gesteld onze gasten in de watten te leggen en op hun wensen te anticiperen. Ons hotel, dat we gebruiken als woonhuis maar waar de gasten vandaan komen, is als een klein museum. Onze eigenaar koestert een grote voorliefde voor kunst en deelt die passie graag.

Marion Flipse: Dat is ook wat onze gasten het meest waarderen. Een attente service om hen te verwennen tijdens hun verblijf in Brussel.

Be-H: Wat is de personeelssituatie voor het hotel en de bar?

  1. V.Wij hebben de tijd genomen om ons personeel te selecteren en te kiezen. Voor mij is dit essentieel, want als de gast naar het Juliana Hotel in Brussel komt, moet hij op een paar dingen letten. Het personeel is echt geweldig. We zijn een enthousiast team en dit is een positieve manier van werken voor ons, waar iedereen kan genieten en plezier hebben. We hebben ook een restaurant, een Brasserie, gerund door een Italiaanse ladychef. Momenteel serveren wij alleen ontbijt en lunch; onze bar en avondservice in de brasserie zullen in het voorjaar opengaan. 

BE-H: Hoe gaat u opnieuw personeel aantrekken?

  1. F.Ik denk dat we de 'sparkle in the eye' terug moeten brengen door de verrijkende kant van de job te tonen. Wat zo belangrijk is aan ons werk is het teamwork en de manier waarop we onze klanten zover krijgen dat ze ons met een sprankje hoop zien. Deze dag is anders en brengt nieuwe uitdagingen. We moeten deze dingen in gedachten houden, zodat het enthousiasme voor het werk ons niet vertroebelt of aanspoort, maar het is een baan met veel passiviteit. 

BE-H: Wat heeft de hotelsector te bieden?

M.F.De situatie heeft mogelijkheden gecreëerd voor de positionering van Brussel, met nieuwe markten en andere doelgroepen. Wij geloven dat de opening van nieuwe luxehotels zal bijdragen tot de ontwikkeling van het topsegment en het luxetoerisme in Brussel.

Serge Janssens en Ali Tahiraj zijn niet alleen vrienden, ze zijn ook al tien jaar partners en werken samen in Brasserie Ploegmans, een typisch Brussels restaurant in Marollenwijk. 

"Ik vind mijn werk niet zo slecht, vanwege de risico's, zoals het verlies van personeel", zegt Ali. Serge is minder optimistisch over de toekomst van de sector en gelooft niet dat hij werk zal kunnen vinden in de horeca. "Ik denk dat over een paar jaar alleen grote ketens en sterrenrestaurants zullen overblijven", merkt hij op. "We zullen zoveel controles krijgen en veel belastingen moeten betalen om de ontvangen subsidies terug te betalen en we zullen de gederfde inkomsten nooit kunnen goedmaken."

Ali heeft het over ontregeling. "De mensen die in de horeca werken, waren het gewend om hard te werken: tijdens de week, in het weekend, tussen de middag, 's avonds en op feestdagen. Maar de hele sector is in beweging en het is niet gemakkelijk om bij te blijven.

De twee bazen bevestigen nochtans dat zij konden rekenen op verschillende steunmaatregelen, zoals een verlaagd BTW-tarief. "Dat was echter niet genoeg", vervolgt Serge. "De BTW-verlaging heeft ons weliswaar geholpen, maar heeft niet lang genoeg geduurd. De overheid had dit voordeel moeten toekennen tot aan het einde van de crisis, dan hadden veel bedrijven het kunnen volhouden. Bovendien waren het overbruggingsrecht en de doorstartsteun in de meeste vestigingen niet toereikend om de vele maanden van sluitingen te compenseren. Het ontvangen bedrag dekte niet eens de huur", besluit hij. 

Het grootste probleem waren volgens de twee partners de kosten voor de heropening van de sector. "We moeten niet alleen heel voorzichtig zijn met wat we zeggen, en we moeten ons realiseren dat we niet essentieel zijn - dat dit een enorme kans is - maar we moeten ook heel voorzichtig zijn met wat we zeggen. De steun volstond niet en maatregelen zoals de CST, de CO-meter en de ventilatiesystemen brengen enorme kosten met zich mee."

Het duo is overtuigd dat ze hun voortbestaan danken aan het feit dat ze nooit schulden hebben gehad en nog steeds veel passie koesteren voor hun zaak. "Daardoor hebben we ons vrij snel kunnen herpakken en kunnen we nu weer goed werk leveren", besluiten ze.

"De horeca wordt al twee maanden voor de gek gehouden. We kunnen het niet meer aan."

Cédric Gérard, zaakvoerder van Le Café des Halles, Bobbi Market en de microbrouwerij Bobbi, opende met de Bobbi Bao een nieuwe zaak. Dat deed hij enkele dagen vóórr de eerste lockdown.

Be-Horeca: Hoe is het vak geëvolueerd?

Cédric Gérard: Ik zit al 20 jaar in de horeca. Ik moet wel een goede zakenman zijn. Voor mij is het heel wat, maar het is ook een paspoort en ik ben ervan overtuigd dat ik niet "gewerkt" word in mijn leven.

B-H: Hoe heeft u de coronacrisis doorstaan?

C.G.: Tijdens de eerste lockdown waren wij allemaal solidair, de tweede bracht veel onbegrip en de huidige periode is rampzalig. Er wordt gedaan of we idioten zijn. Bobbi Bao ging net vóór de crisis open, dus we hadden nog geen boekhouding en geen steun. Op dit moment gaat het nog steeds slecht met ons, maar het beleid van de regering is anders.

B-H: En hoe ziet u de toekomst?

C.G.: Jammer genoeg denk ik erover om de boeken neer te leggen voor Bobbi Bao. We hebben veel vrijheid, we zijn open en we zijn ook heel open. De cateringservice is twee weken open. Meer kunnen we niet doen. Ondanks alles hou ik nog steeds van mijn werk en zal ik doorgaan met mijn andere etablissementen. Ik denk dat het een geweldige tijd is voor ons om te kunnen zeggen wat we willen en voor ons om te kunnen zeggen wat we niet willen zeggen tegen politici die niet eens een stem hebben in een parlement. 

Pascale staat aan het hoofd van Les Voisines en font toute une Cocotte', een mooi adres waar met veel liefde huisgemaakte gerechten bereid worden op basis van producten uit de lokale en/of biologische landbouw die verkocht worden in hun delicatessenzaak. Na een carrière als chef-kok in New York, Boston en Brussel nam ze in 2009 het team van Café Gudule over en opende ze 'Les Super Filles du Tram', een nieuwe onderneming.

Be-Horeca: Waarom bent u een traiteurdienst begonnen?

Pascale: Ik heb altijd al deel willen uitmaken van een mensenbedrijf, maar ik wil geen deel uitmaken van een groot team. Maar ik wilde wel evolueren naar een meer lokaal bedrijf, om mensen een alternatief te bieden voor supermarkten en voedingsproducten. Ik vind het belangrijk dat als ik zelf eet, ik ook de ingrediënten moet kunnen eten en de consumenten moet kunnen informeren. Mijn passie voor horeca is ongewijzigd en ik probeer mezelf bij elke gelegenheid opnieuw uit te vinden

B-H: Is het belangrijk om uzelf opnieuw uit te vinden?

P.: Zeker. De restauranteigenaar zou moeten kijken naar zijn manier van werken en de manier waarop zijn teams werken. Ik weet niet wat de restauranthouders willen, maar het is goed dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over de politieke situatie. Velen van hen zijn creatief en hebben hun eigen manieren om met de crisis om te gaan. Degenen die zich niet ontwikkelen, baren me dus zorgen. Dit is geen goede zaak, maar ik zie en zie alles.

 

 

Mobiele versie afsluiten