Maatregelen gevraagd en verkregen door de Horecafederatie.
- Extra uitstel voor betaling van bedrijfsbijdragen
- In januari 2021 wordt een nieuw recht op crisisgateway ingevoerd
- Uitbreiding Covid-19 crisisarbeidsongeschiktheidsuitkering
- Betalingsplan met doorbetaling van zorgkosten
De Raad van Ministers heeft op vrijdag 6 november 38 nieuwe steunmaatregelen goedgekeurd voor sectoren die getroffen zijn door gezondheidsmaatregelen in verband met de Covid-19-crisis.
Zes van deze maatregelen, voorbereid door David Clarinval, Minister voor Zelfstandigen en KMO's, zullen rechtstreeks ten goede komen aan zelfstandigen en, in mindere mate, aan de Horeca zelfstandigen.
In het bijzonder verbeteren ze aanzienlijk de mechanismen voor overbruggingsrechten, een echte financiële reddingslijn voor deze werknemers.
De gezondheidsmaatregelen ter bestrijding van Covid-19 hebben rampzalige economische gevolgen in de getroffen sectoren. Dit geldt met name voor de zelfstandigen, die een zware prijs betalen voor deze aanhoudende crisis. De regering is zich hier terdege van bewust en daarom heeft de ministerraad, nauwelijks een week na de nieuwe fase van indamming waartoe het Raadgevend Comité had besloten, op vrijdag 6 november besloten om de steun te verhogen door middel van 38 belangrijke besluiten, die alle sectoren ten goede komen.
Zes daarvan, opgesteld door David Clarinval, de Minister voor Zelfstandigen en KMO's, zullen rechtstreeks ten goede komen aan zelfstandigen, met aanzienlijke nieuwe steun.
1. Het dubbele recht op crisisinterventie wordt verlengd in december
Op 23 oktober werden de crisisoverbruggingsuitkeringen verdubbeld voor de maanden oktober en november. Deze vrijdag stemde de Selecte Raad van Ministers op voorstel van minister Clarinval in met deze maatregel verlengen voor de maand december.
Tot het einde van het jaar zullen deze maandelijkse vergoedingen daarom 2.583,38 voor een alleenstaande zelfstandigeen 3.228,20 voor een zelfstandige met personen ten laste.
Vergeet niet dat dit crisisoverbruggingsrecht kan worden aangevraagd door alle zelfstandigen, verzorgers en meewerkende echtgenoten die gedwongen hun activiteiten geheel of gedeeltelijk te staken hun activiteit als gevolg van een beslissing van een openbare overheid (federale overheid, gefedereerde entiteit, gemeente, enz. Voorbeeld: de uitbater van een bar, discotheek of restaurant (zelfs als ze afhaalrestaurants hebben), een kermis, een organisator van evenementen, enz.
Deze verdubbeling van de compensatie is ook van toepassing op zelfstandigen die werken in sectoren die rechtstreeks afhankelijk zijn van de sectoren die gesloten worden en die daardoor hun activiteiten moeten stopzetten. Voorbeeld: een brouwer die alleen levert aan bars en cafés.
Als deze activiteit slechts gedeeltelijk wordt stopgezet, behoudt de zelfstandige toegang tot het eenvoudige passerelle recht.
Toegang tot crisisoverbruggingsrechten geldt zelfs in het geval van aanvullende regionale hulp.
2. Flexibelere voorwaarden voor toegang tot traditionele overbruggingsrechten
Op voorstel van David Clarinval besloot de Raad van Ministers ook omde voorwaarden voor toegang tot het klassieke overbruggingsrecht tijdelijk versoepelenom toegankelijkheid verder verbeteren.
Dit klassieke overbruggingsrecht, ook bekend als het "overbruggingsrecht bij het opstarten van een bedrijf", garandeert momenteel een minimuminkomen aan zelfstandigen die, nadat ze hun bedrijf hebben moeten sluiten, hun bedrijf opnieuw opstarten na een verlies van minstens 10% aan inkomsten of in hun orderportefeuille. Maar het biedt ook al langer dekking in geval van faillissement of bedrijfsbeëindiging.
Voor sommigen is het bedrijf, ondanks de crisissteun van de afgelopen maanden, financieel niet langer levensvatbaar. In hun geval blijft de toegang tot traditionele overbruggingsrechten te ingewikkeld door te strenge voorwaarden, die de minister tijdelijk heeft versoepeld.
Er zijn vier van zulke ontspanningen:
- I. De toekenning van het klassieke passerelle-recht wordt nu kan worden gecombineerd met andere vervangingsinkomens tot een maximum. Dit geldt in het bijzonder voor zelfstandigen die op het moment van hun faillissement of stopzetting rechten hebben onder de werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsregeling van de ONEM.
Als de op deze manier ontvangen bedragen lager zijn dan de overbruggingsuitkering (€ 1.291,69 voor een alleenstaande, € 1.614,10 met personen ten laste), kunnen ze een aanvulling aanvragen om dit uitkeringsniveau te bereiken.
Om hiervoor in aanmerking te komen, moet het faillissement of de bedrijfsbeëindiging hebben plaatsgevonden tussen 1 januari en 31 december.. Deze periode kan indien nodig worden verlengd bij Koninklijk Besluit.
- II. De toekenning van klassieke overbruggingsrechten is niet langer beperkt tot 12 of 24 maanden in de loop van een carrière.
Dit omvat :
- zelfstandigen die in het verleden al gebruik hebben moeten maken van een faillissementsverzekering of het overbruggingsrecht, en die nu gebruik kunnen maken van het overbruggingsrecht als dat in 2020 of 2021 wordt ingevoerd;
- degenen die het faillissementsoverbruggingsrecht gebruiken of zullen gebruiken in 2020 en 2021 en die het overbruggingsrecht later in hun carrière mogelijk nog zullen gebruiken.
Faillissementen en stopzettingen die plaatsvinden tussen 1 januari en 31 december zijn gedekt.. april 2020 en 31 maart 2021 (periode kan bij beschikking worden verlengd).
- III. Voor de startersde voorwaarde voor toegang tot het klassieke overbruggingsrecht is nu om ten minste te hebben betaald twee kwartalen socialezekerheidsbijdragen, in plaats van vier voorheen. Deze tijdelijke versoepeling zal beschikbaar zijn voor alle zelfstandigen die al minstens drie jaar een bedrijf hebben.
Zoals gevraagd door de organisaties die zelfstandigen vertegenwoordigen, maakt deze hervorming het mogelijk om het verzekeringsprincipe te respecteren en tegelijkertijd te beschermen tegen mogelijk misbruik, allemaal in het voordeel van degenen die het risico hebben genomen om een eigen bedrijf te beginnen.
Deze maatregel is van toepassing op faillissementen en stopzettingen van activiteiten tussen 1 januari en 31 december 2009.. april 2020 en 30 maart 2021. Indien nodig kan deze termijn worden verlengd bij koninklijk besluit.
- IV. De maanden waarin de zelfstandige het overbruggingsrecht heeft genoten, zijn nu behandeld als tijdvakken van arbeid voor de berekening van hun pensioen. Het recht op dit laatste wordt berekend op basis van het minimuminkomen dat wordt gebruikt voor de berekening van de bijdragen van een zelfstandige aangever in het jaar waarin het gelijkgestelde kwartaal valt.
Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op faillissementen en stopzettingen van activiteiten tussen 1 januari en 31 december 2009.. april 2020 en 30 maart 2021. Kwartalen vanaf het vierde kwartaal van 2020 zullen worden gelijkgesteld. Bijvoorbeeld, een zelfstandige die failliet gaat in februari 2021 zal onder de gelijkstelling van pensioenen vallen voor de 2th, 3th en 4th kwartalen van 2021 en 1. kwartaal 2022.
3. In januari 2021 wordt een nieuw recht op crisisgateway ingevoerd
Op voorstel van de minister voor Middenstand en Kleinbedrijf heeft de Ministerraad ook een principeakkoord bereikt over de invoering van een nieuw crisisoverbruggingsrecht, dat in januari 2021 in werking zal treden.
Het doel van deze hervorming, die David Clarinval zal doorvoeren in overleg met het General Management Committee van NISSE, is het ondersteunen van zelfstandigen die inkomensverlies lijden als gevolg van Covid-19, na een tijdelijke bedrijfsonderbreking of omzetdaling.
De twee huidige vormen van gateway-wetgeving - de herstelsteun en de crisishulp - zullen samengevoegd tot één crisisgateway-wet.
Het doel zal zijn om de praktische moeilijkheden die dagelijks worden ondervonden door werknemers van wie de activiteiten worden beïnvloed door sluitingen, beter weer te geven en hen tegelijkertijd de best mogelijke ondersteuning te bieden bij hun terugkeer naar het werk en minder ruimte te laten voor interpretatie.
Transparantie, snelheid en eerlijkheid zullen de rode draden zijn.
4. Extra uitstel voor betaling van bedrijfsbijdragen
Tijdens de vergadering van de Raad van Ministers van deze vrijdag werd ook een extra termijn voor de betaling van de jaarlijkse bijdrage door bedrijven. De deadline was aanvankelijk uitgesteld tot 31 oktober, maar is nu verlengd tot 31 december 2020.
Omdat deze maatregel een wetswijziging vereiste, heeft David Clarinval het NISSE nu opgedragen om vóór 31 december geen herinneringsverzoeken te sturen naar zelfstandigen die deze bijdrage nog niet hebben betaald. Dit geeft hen een extra adempauze, wat bijzonder welkom is in deze complexe tijden.
5. Uitbreiding Covid-19 crisisarbeidsongeschiktheidsuitkering
Op voorstel van de minister voor Zelfstandigen en KMO's heeft de Ministerraad ook ingestemd met de verlenging van de "Covid-19 crisisuitkering" voor zelfstandigen en meewerkende echtgenoten. De vervaldatum is verlengd van 31 december 2020 tot 31 maart 2021..
Deze bepaling maakt het mogelijk om een aanvullende crisiscompensatie te betalen voor de periode van arbeidsongeschiktheid tijdens de Covid-periode.
Sinds maart 2020 kunnen zelfstandigen, die tot nu toe slechts een uitkering van 990,60 euro per maand ontvingen (samenwoontarief), een aanvulling van 301,09 euro krijgen van hun ziekenfonds. Samen betekenen deze twee maatregelen een totaal van 1.291,69 euro per maand, gelijk aan een enkel passerelle recht.
Deze vergoeding wordt toegekend :
- een zelfstandige samenwonende persoon zonder personen ten laste die erkend is als arbeidsongeschikt voor ten minste acht dagen (ten vroegste) vanaf 1 januari.. Maart 2020;
- een zelfstandige samenwonende zonder personen ten laste die zijn toegelaten activiteit moet stopzetten tijdens arbeidsongeschiktheid gedurende minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen (ten vroegste) vanaf 1 januari.. Maart 2020.
6. Betalingsplan met doorbetaling van zorgkosten
Tot slot is de Raad van Ministers overeengekomen dat zelfstandigen die in 2020 uitstel van betaling van hun socialezekerheidsbijdragen hebben gekregen als gevolg van de coronaviruscrisis, toegang moeten kunnen vragen tot een "nieuw socialezekerheidsstelsel". opruimingsplan in 2021.
Een zelfstandige die een dergelijk uitstel heeft verkregen, kan zijn betalingen maximaal een jaar uitstellen (tot 31 maart 2021 voor bijdragen voor het eerste kwartaal van 2020, enz.)
In 2021 zullen sommige zelfstandigen dus hun voorlopige bijdragen voor 2020 moeten betalen, die voor 2021, de overgedragen bijdragen voor 2018 en de regularisatiebijdragen voor 2019 die in 2021 verschuldigd kunnen zijn.
De maatregel die vrijdag is aangenomen, biedt werknemers in deze situatie de mogelijkheid om te profiteren van een betalingsregeling van één jaar (maximaal 12 termijnen) voor bijdragen met betrekking tot 2020 die hebben geprofiteerd van de uitstelmaatregel. Het doel van deze bepaling is om te voorkomen dat ze een verzoek indienen om af te zien van hun bijdragen voor 2020, waardoor ze later een zwakker pensioen zouden hebben.
In de praktijk kunnen de bijdragen voor 2020 die onder dit goedkeuringsplan vallen, uiterlijk op :
- 31 maart 2022 voor bijdragen van 1. Kwartaal 2020
- 30 juni 2022 voor bijdragen van 2th Kwartaal 2020
- 30 september 2022 voor bijdragen van 3th Kwartaal 2020
- 31 december 2022 voor bijdragen van 4th kwartaal 2020.
Als dit terugbetalingsplan wordt gevolgd, zal het niet leiden tot geen toeslag voor vertraging en zal geen invloed op gezinsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekering, moederschapsverzekering, moederschapshulp, vaderschapsuitkering, pensioenen, enz.
Het zal ook geen invloed hebben op de vergoeding van medische zorg zelfstandigen. De vereiste dat socialezekerheidsbijdragen voor het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de terugbetaling wordt aangevraagd - d.w.z. bijdragen voor 2020 voor terugbetalingen in 2022 - in orde moeten zijn om hiervan te kunnen genieten, zal tijdelijk worden opgeschort.