Federatie Horeca Brussel Nieuws Juridische informatie Toeristische accommodatie: een diefstal in uw hotel in Brussel? Wie is verantwoordelijk?
Juridische informatie

Toeristische accommodatie: een diefstal in uw hotel in Brussel? Wie is verantwoordelijk?

Volgens artikel 1952 van het Burgerlijk Wetboek, dat voor heel België geldt, zijn hotelhouders als bewaarders verantwoordelijk voor elke aantasting, vernietiging of aftrekken (diefstal) voorwerpen die naar het hotel worden gebracht door de reiziger die er verblijft.

Het volgende wordt daarom beschouwd als voorwerpen die het hotel worden binnengebracht:

  • de voorwerpen die daar gevonden worden gedurende de tijd dat de reiziger de accommodatie tot zijn beschikking heeft;
  • zaken die de hotelhouder of een persoon die zijn diensten uitleent buiten het hotel verzorgt gedurende de periode dat de reiziger de accommodatie tot zijn beschikking heeft;
  • voorwerpen onder toezicht van de hotelhouder of van een persoon die zijn diensten uitleent, hetzij in het hotel, hetzij daarbuiten, gedurende een redelijke termijn vóór of na het verblijf van de reiziger in het hotel.

De aansprakelijkheid is per schadegeval beperkt tot 100 maal de daghuurprijs van de woning. De Koning kan, indien nodig, de elementen ter bepaling van deze prijs vaststellen.

Artikel 1953 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de aansprakelijkheid van de hotelhouder is onbeperkt in sommige gevallen :

  • wanneer de voorwerpen in zijn handen zijn gegeven of in die van personen die hem hun diensten verlenen. Voorbeeld: voorwerpen die in de hotelkluis zijn gedeponeerd.
  • wanneer zij heeft geweigerd om voorwerpen die zij verplicht is te aanvaarden, als deposito te aanvaarden;
  • wanneer de beschadiging, de vernieling of het wegnemen van de in artikel 1952 bedoelde voorwerpen te wijten is aan zijn schuld of aan die van de personen die hem hun diensten verlenen. Het hotel is dus aansprakelijk voor diefstal gepleegd door een van zijn werknemers.

De hotelhouder is verplicht waardepapieren, contant geld en kostbaarheden in bewaring te nemen; hij mag ze alleen weigeren als ze gevaarlijk zijn of als ze, in verhouding tot de grootte of de exploitatieomstandigheden van het hotel, een buitensporige marktwaarde hebben of omslachtig van aard zijn. In de praktijk kunnen gasten hun waardevolle bezittingen bij aankomst afgeven aan de hotelier. Voor de zekerheid kunnen ze in ruil een ontvangstbewijs vragen. In principe kan de hotelier de borg niet weigeren, tenzij de voorwerpen omvangrijk, gevaarlijk of van buitensporige waarde zijn.

De hotelhouder is echter niet aansprakelijk indien de verslechtering, vernietiging of verwijdering te wijten is aan :     

  • de reiziger zelf of personen die de reiziger vergezellen, bedienen of bezoeken;
  • overmacht;
  • tot overvallen met gewapend geweld;
  • de aard of het gebrek van het ding.

De hotelhouder kan dus weigeren de gast schadeloos te stellen indien hij bewijst dat de beschadiging/vernietiging/ondermijning te wijten is aan overmacht of aan de schuld van de gast.

Houd er rekening mee dat het hotel als aansprakelijk wordt beschouwd, zelfs als er niet is ingebroken, aangezien de diefstal kan zijn gepleegd door een hotelmedewerker die de reservesleutels heeft.

 Artikel 1954 bis voegt een belangrijke verduidelijking toe. Volgens dit artikel,
Behoudens in geval van schuld van de hotelhouder of van de personen die hem hun diensten ter beschikking stellen, vervallen de rechten van de reiziger indien hij de schade niet onmiddellijk na de vaststelling ervan meldt.

Er moet ook op worden gewezen dat elke clausule in het huishoudelijk reglement van het hotel of elk bord dat de hotelhouder vrijstelt van aansprakelijkheid in dergelijke situaties nietig is, d.w.z. geen juridische waarde heeft (artikel 1954 ter). Met andere woorden, de hotelhouder kan zich niet vrijwaren van aansprakelijkheid door te stellen dat een bord zichtbaar was opgehangen voor de gasten.

Deze verschillende regels gelden echter niet voor voertuigen, daarin aanwezige voorwerpen of dieren.

Wat de claim betreft, zijn er verschillende dingen die nuttig zijn om te onthouden:

  • De gedupeerde gast moet de hotelmanager zo snel mogelijk inlichten;
  • moet de slachtoffercliënt een verklaring bij de politie afleggen;
  • Naast de kennisgeving aan de hotelmanager is het raadzaam een schriftelijk verzoek om schadevergoeding in te dienen, en daarvan een bewijs te bewaren. Het schriftelijke verzoek bevat idealiter het bewijs van de gestolen goederen (bonnetje, foto, enz.).

Deze regels zijn in theorie prima, maar in de praktijk kan het moeilijk zijn om terug te krijgen wat is gestolen. Het hotel kan namelijk vaak beweren dat de gast geen bewijs heeft van de diefstal, omdat de gast bij aankomst in het hotel geen inventaris heeft opgemaakt van al zijn bagage. Het gebrek aan bewijs is dus een reëel obstakel voor de terugbetaling van de persoonlijke bezittingen van de klant.

Er zijn geen specifieke regels in het Brusselse gewest. Het burgerlijk wetboek geldt voor heel België.

 

Mobiele versie afsluiten